Overslaan naar hoofdinhoud

Bij de opening van de tentoonstelling ‘Sending Thoughts and Prayers – een solo van Joyce Overheul’. 25 nov 2023 t/m 14 april 2024, Museum W, Weert. Lucette ter Borg over het werk en het wel en wee van Joyce Overheul

 

Zelfs aan een stroopwafel kun je vragen stellen

Het compromisloze werk van kunstenaar Joyce Overheul

  • Door Lucette ter Borg

(Lucette ter Borg is kunstcritica, onderzoeksjournalist, schrijver en spreker. Ze ontmoette Joyce voor het eerst in 2021 voor een interview in NRC Handelsblad. Tijdens dat interview, op Joyce’s atelier aan de Vlampijpstraat in Utrecht, begon het, zoals Joyce is.)

 

 

We gingen zitten, we dronken koffie, en Joyce presenteerde een stroopwafel.

“Begrijp jij nou waarom zo’n stroopwafel rond is?” vroeg ze.

En terwijl ik met mijn mond vol kruimels zat en nadacht over een antwoord, kwam er al een volgende vraag: “Waarom zit die stroop nu eigenlijk in zo’n wafel en er niet op?” En: “Waarom zijn ze altijd zo groot?”

De stroopwafel die Joyce presenteerde, had de omvang van een kleine lampenvoet, en ik antwoordde dat ze heus niet ‘altijd’ zo groot waren, want dat er ook mini-stroopwafels bestonden, en bij mij om de hoek, op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam, verkochten ze wagenwielen van stroopwafels.

 

Daar gaat het natuurlijk helemaal niet over. Waar dit over gaat, is dat Joyce “de 5 W’s”, zoals zij dat noemt, aanhangt. Dat betekent: vraag altijd naar het waarom. Dat vertelde een docent op de kunstacademie in Utrecht haar. Die methode (soms kom je niet tot vijf vragen, maar tot wel tien, of ook weleens maar drie) is een karaktertrek van Joyce. Niet aangeleerd, maar compleet natuurlijk stapt ze de wereld in en: verbaast zich, maakt zich kwaad over ongelijkheid, onderzoekt, is nieuwsgierig, lacht om de absurditeit van dingen. En vraagt naar het grote Waarom.

“Alleen zo kom je tot iets van een kern”, zei ze in haar atelier.  Bij haar ouders thuis in de Betuwe had ze een bijnaam: Jan Marijnissen. “Oh jee, Jan Marijnissen is weer aan het oreren”, zei haar moeder dan aan tafel.

 

Feit is dat deze karaktertrek Joyce veel brengt, en ons bijgevolg ook. Want Joyce ging de kunst in, en maakte van de glanzende parel die de kunst is, haar wereld. Dat betekent: alles ter discussie stellen, overal vragen over stellen, op onderzoek gaan, en zich vooral heel veel verwonderen.

 

Het leidt – en daar hebben wij als toeschouwers fijn geluk mee – tot kunstwerken die geëngageerd zijn, feministisch, tactiel, activistisch en ook gewoon mooi.  Dat Joyce koos voor een carrière in de kunst (daarvoor kies je niet, weten alle aanwezige kunstenaars hier) was terugkijkend vanzelfsprekend. Want op welke plek kun je zoveel statements maken als in de kunst? Waar hoef je geen enkel  compromis te sluiten?

Vandaar ook de titel van haar solotentoonstelling in 2021 en 2022 in De Fundatie in Zwolle: “Let’s get political”. Een goede frase. Totdat het kwartje valt: hee, is dat niet een parafrasering van de zin die uit de rozegestifte mond rolde van Olivia Newton John in legging? Lekker ordinair, lekker kitsch, lekker blond permanentje. Want ook daar speelt Joyce graag mee: met “goede” smaak die de twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis ons oplegde. Strak, minimalistisch, liefst abstract hoorde kunst te zijn.

Maar zoek dat niet bij Joyce, want je tocht zal zult vruchteloos zijn. Bij haar vind je overdaad, figuratie, pure ambachtelijkheid, en ook het grenzeloze van de netwerktijd waarin we leven, en waarin iedereen alles van haar elkaar denkt te weten en iedereen alles prijsgeeft. Kijk maar op X, kijk maar op Instagram, kijk maar op Snapchat en tiktok.

 

Joyce’s kunstenaarspraktijk is veelvormig, en om aan die veelvormigheid eer te doen, heb ik een paar kunstwerken gekozen waarover ik graag iets meer vertel. De werken overspannen een carrière van nu dik tien jaar, en hangen niet per se hier in Weert. Maar voor mij zijn het sleutelwerken.

 

Wat en wie is Joyce in haar werk?

Joyce is van alles. Ze is pillendraaier, borduurheld, kraaltjesreiger, fotograaf.

 

Joyce de pillendraaier

 

In het laatste jaar van de kunstacademie maakte zij het werk Dr. Pill (2011-2012).  Een roomwitte pil van 7 centimeter doorsnee. Via sociale media had ze wildvreemden opgeroepen om 1 pil op te sturen die ze dagelijks gebruikten. Ze vroeg ook de bijsluiter op te sturen. Het resultaat was verbijsterend. Ze kreeg niet alleen paracetamol op de deurmat, maar ook zware antidepressiva – soms hele strips -, afslankpillen en diarreestoppers.

Van al die pillen maakte Joyce 1 grote pil, met 1 samengestelde bijsluiter. De monsterpil bevat 142 ingrediënten, met 207 werkingen en 902 bijwerkingen. Het was letterlijk een pil die al je problemen zou verhelpen. Want prakte je deze joekel door je yoghurt, dan wist je zeker dat je de avond niet zou halen.

Het bijzondere van deze actie was niet alleen het resultaat, in de vorm van een concrete pil en kunstwerk. Maar ook de begeleidende informatie dat mensen alles opsturen wat je vraagt: soms met hun adres met telefoonnummer er nog bij op de pillenpotjes.

 

Joyce de wapenfetisjist

 

Soft Sculptures heten ze, en ze dateren uit 2015. Hun kleur is baby-roze. Hun buitenkantje is van glad satijn en katoengaren. De binnenkant bestaat uit sesamzaadjes en lavendel. Neem je ze in je handen, dan ruikt het naar linnenkast.

De soft sculptures stellen wapens voor: er is een boksbeugel, een pistool, een precies nagemaakte AK47, allemaal even zacht en slap.

Joyce doet met deze wapens de deur dicht naar grimmigheid, naar vernietiging en bloed. Ze maakt van iets gruwelijks iets moois dat je als knuffel mee naar bed kan nemen. De wapens zijn zacht, zoals je zou willen dat alle wapens zouden zijn.

 

Joyce de feminist

Als je goed om je heen kijkt zoals Joyce doet, dan zie je dat alles inderdaad – de fameuze zin van schrijver/dichter K. Schippers – gekleurd is. Maar bij Joyce de feminist is kleur niet rood, blauw of geel. Kleur krijgt bij Joyce een metaforische betekenis, zeker als ze goed om zich heen kijkt. Kleur staat ervoor hoe wij de samenleving indelen in man en vrouw, in goed en kwaad, recht en onrecht. Die indeling is nauwelijks waarneembaar. Maar Joyce – met haar haviksogen – ziet alles.

Ze ziet bijvoorbeeld hoe “normaal” het wordt gevonden dat in musea tot voor kort vooral vrouwen hingen. Niet als kunstenaar met hun werk, maar in hun nakie. In de meeste musea – met name die van oude kunst – tref je vrouwen als muze, als geïdealiseerde godin, als herdersmeisje, boerenmeid. Vaak hebben ze geen of nauwelijks kleren aan.

“Belachelijk” zeggen we, zeker als we erover nadenken. Maar een omkering is niet zo eenvoudig.

Dus nam Joyce de proef op de som. In 2018 ontstond een serie foto’s van mannelijke blote billen, de bilspleet versierd met guitige parapluutjes, verjaardagkaarsjes en glitters op de huid. Joyce vertelde me dat het echt wel even duurde voordat ze mannelijke modellen zo ver had om voor haar te poseren. Ook al waren de modellen anoniem, want was alleen hun bilpartij te zien. Voor mannen voelde het vreemd om zich bloot te laten fotograferen. Bovendien was Joyce streng. Bij sommige mannen die zich meldden, zei ze: “Nee sorry, je bent te oud, je vel rimpelt te veel, dat soort billen zoek ik niet.”

Consternatie. Dat zijn mannen toch niet echt gewend, dat ze zo op hun uiterlijk afgerekend worden. Helaas, vrouwen weten niet beter, al eeuwenlang.

 

Een andere serie werken maakte ze in Iran, tijdens een reis in 2017. In dit land, waar het voor vrouwen levensbedreigend is om de door de ayatollahs verplichte hoofddoek af te doen, maakte ze een vaandel met daarop de tekst: “Men of Quality don’t fear Equality”. Joyce is heel goed in teksten, ze grossiert in grappige, tegendraadse en keihard ware teksten. Aan voorbijgangers vroeg ze om dat vaandel vast te houden, zodat zij een foto van ze kon maken. Het resulteerde in een serie indrukwekkende en ontroerende werken. Het vaandel is er nog steeds, de tekst ook, ook in andere gedaanten.

 

Tijdens diezelfde reis in Iran maakte Joyce ook foto’s van onopvallend straatmeubilair, fruit- en groentekramen. Ze ontdekt in Teheran elektriciteitshuisjes, zoals wij die ook hebben op straat, maar ziet dat er vreemde ‘dakjes’ op de elektriciteitshuisjes zijn gemonteerd. Die puntdakjes zijn nog nieuw, nieuwer dan de huisjes. Dat verwondert Joyce en ze gaat op onderzoek uit.

Ze ontdekt dat die dakjes er door het Islamitische regime speciaal op zijn gemonteerd, zodat vrouwen er niet meer op kunnen klimmen. In datzelfde jaar namelijk, in 2017, is een jonge vrouw op zo’n elektriciteitshuisje geklommen, met haar hoofddoek aan een stok gebonden. Het is een moedig protest tegen de onderdrukkende kledingvoorschriften voor vrouwen in Iran. Het protest van deze jonge vrouw vindt navolging. Al snel klimmen een heleboel vrouwen op elektriciteitshuisjes. Er is geen houden meer aan.

En wat doe je dan als onderdrukkende overheid? Juist ja, je zet een hele divisie mannen aan het werk om dakjes op die huisjes te monteren. Dan kunnen de vrouwen ten minste niet meer op die plek hun woede kenbaar maken.

Dit verhaal resulteert in 2019 in het werk Utility Box on Enghelab Street. Het is een bijna vijf meter breed, bruinrozig wandkleed van organza, met daarop geborduurd glazen kralen. Het doek is gebaseerd op een foto die Joyce in Iran nam. Je kijkt er bijna aan voorbij, aan de ‘utility box’ – het elektriciteitshuisje – op het wandkleed, zo ‘normaal’ oogt het ding en zo alledaags ziet het straatbeeld eruit.

Maar niet voor Joyce. En dank zij haar ook niet meer voor ons.

 

Joyce het kralenmeisje

Kralenmeisjes moeten veel kralen rijgen en dat doet Joyce dan ook. Traditionele vrouwelijke bezigheden als borduren en kralen rijgen, promoveert zij tot serieuze, bijzondere, verleidelijke bezigheden. Snake bijvoorbeeld, is een slang die ze in 2021 maakte en die bestaat uit meer dan 12.000 kralen van glas en metaal. In een interview vertelt Joyce dat ze onder het rijgen alle vijf seizoenen van Breaking Bad erdoorheen jaagt. Snake is niet het enige kralenwerk.

Want nu deze tentoonstelling ‘Sending Thoughts and Prayers’ – Joyce heeft in deze post-traumatische verkiezingstijd geen betere titel kunnen kiezen. De titel refereert aan een werk, een tekstwerk dat aan de muur hangt en waar meer dan 24.000 kralen in zijn verwerkt. Er is een lieflijke roos, er zijn blaadjes, een pistooltje en heel veel glans.

De dreiging is aanwezig maar wordt onderdrukt in dit werk door de schmuck, het klatergoud. ‘Sending Thoughts and Prayers’ – staat daarvoor.

 

Laat je niet door klatergoud verblinden. Joyce, jij moet door, en wij moeten door na deze verkiezingszege van de PVV. Ook wij moeten die vijf Waaroms meer, sterker, feller in de praktijk brengen. Waarom doen we wat we doen? Waarom kiezen we wie we kiezen? Waarom kiezen we voor rassenhaat? Waarom kiezen we zo verongelijkt?

Ik verwijs toch even naar hier in Weert, waar ik zag dat 1 op de 3 mensen op de PVV v heeft gestemd. Ik vind het verbijsterend – al die tegenstemmen -, omdat mensen alleen maar rijker zijn geworden. Ons welvaartsniveau is de laatste decennia enorm gestegen, zo blijkt uit allerlei cijfers van bureaus. En toch blijven zoveel mensen zo ontevreden, en toch trekken zoveel mensen de slachtofferkaart.

Als ik het Brabantse dorp waar ik opgroeide met datzelfde dorp nu, dan valt me op: de dubbele SUV’s – één wordt gebruikt als ‘boodschappenautootje’ -, de carports, de immens grotere huizen, de zwembaden die in de tuinen zijn aangelegd, en het terrasmeubilair dat zo groot is dat het niet eens in mijn woonkamer zou passen.

Hoe gaan we verder met elkaar? Dat is de vraag.

Gaan we alle subsidies voor cultuur afschaffen, zoals de PVV in haar verkiezingsprogramma heeft gezet? Kunst en cultuur is immers ‘een linkse hobby’. Gaat dit museum dicht? Gaan de grote onderzoekverhalen die ik als journalist, pardon ‘tuig’, maak en waarvoor ik vaak maandenlang onder grote druk onderzoek doe, niet meer verschijnen? Gaat de natuur in Nederland over een paar jaar echt alleen nog maar uit brandnetels en bramen bestaan? Is dat de biodiversiteit die we dan nog overhebben?

 

Ik hoop van harte niet. Ik hoop dat we met zijn allen wijzer worden, gastvrijer, minder onszelf als slachtoffer zien. Er is veel mooi werk te verrichten. ‘Sending Thoughts and Prayers’. Joyce, er ligt een taak op jou te wachten. De verbeelding, jouw verbeelding, mag wat mij betreft aan de macht.