Overslaan naar hoofdinhoud

 

https://www.nrc.nl/nieuws/2022/06/16/bewust-rommelige-kunst-op-een-schitterend-landgoed-maar-uiteindelijk-triomfeert-de-schoonheid-a4133658

Recensie Beeldende kunst

Paltz Biënnale toont bewust rommelige kunst op een schitterend landgoed

Paltz Biënnale 2022 Op de vierde Paltz Biënnale, op landgoed De Paltz bij Soest, kiest de meerderheid van de kunstenaars ervoor om het natuurschoon te verstoren, met bijvoorbeeld een provisorische raketinstallatie.

Elias Cafmeyer, ‘Soest, Provincie Antwerpen, Vlaams Gewest (BE)‘, 2022.
Elias Cafmeyer, ‘Soest, Provincie Antwerpen, Vlaams Gewest (BE)‘, 2022. Foto Gerard Wielenga

Eén van de kunstenaars dumpte een verguld winkelwagentje in de siervijver. Een ander begon in de voortuin aan de bouw van een provisorische raketlanceerinstallatie. Een derde verstoort een idyllisch boslaantje door diagonaal erop een ander straatpatroon, twee lullige lantarenpalen en een flets haagje neer te zetten – een staaltje ‘verbrusseling’, wat internationaal de term schijnt te zijn voor gebrekkige stadsplanning.

Wat doe je als kunstenaar als je een jaar de tijd krijgt om een kunstwerk te maken voor het prachtige landgoed De Paltz, tussen Soesterberg en Soestduinen? Kies je ervoor om de schoonheid te benadrukken? Of juist ervoor die ruw te verstoren? Opvallend kiest het merendeel van de acht kunstenaars in de vierde editie van de Paltz Biënnale – georganiseerd door en in de tuin van Meria Bakker, die samen met haar man in een van de drie huizen op De Paltz woont – ervoor om de schoonheid uit te dagen met bewust rommelige kunstwerken.

Bram Kuypers, Zonder Titel, Geen Werk, 2022. Foto Gerard Wielenga
Ole Nieling, Aanvraag omgevingsvergunning, Paltz 3, 3768 ML Soest, bouwvanraketlanceerplatform, 2022. Foto Gerard Wielenga

De gouden winkelwagen van Bram Kuypers (1989) is leuk gevonden („Dingen kapotmaken, vandalisme, is ook iets constructiefs”, filosofeert Kuypers in een begeleidende video), maar als kunstwerk op zichzelf ook wat vrijblijvend. Achter de raketinstallatie van Ole Nieling (1987) schuilt een interessante gedachte: we zijn altijd bezig ergens naartoe te bewegen (denk bijvoorbeeld: de ruimteambities van miljardairs), maar staan te weinig stil bij wat we achterlaten. Nieling wrijft het in je gezicht met een onprettig rommelige installatie in een prachtig bos.

Indruk maakt het stukje ‘België’ in Soest van Vlaming Elias Cafmeyer (1990), een begrensd stukje landschapsdecor in het echt. In de verte zie je de zes meter hoge kunstmatige waterval van de neprots storten, die voormalige Paltz-bewoner en steenrijke putdekselmagnaat E.S. Raatjes liet aanleggen. Het rijmt mooi met Cafmeyers kunstmatige landschap.

Spelende kinderen

Bijzonder suggestief is het werk dat Peter Zegveld (1951) maakte. Aan het einde van een houtsnipperpaadje tussen twee heggen tref je een witte deur, waarachter spelende kinderen klinken. De weg loopt dood. Het enige dat je kunt doen is op de deurbel drukken – de spelende kinderen zijn daarna stil. Je voelt je een boze buurman, in een knap geregisseerde voorstelling waarin je zelf onbedoeld de hoofdrol speelt.

Op een donker bospaadje laat Elise ’t Hart je luisteren naar een compositie van brekende twijgjes: TK, 2022. Foto Gerard Wielenga

Twee kunstenaars kiezen er, elk op hun eigen manier, wel voor om de schoonheid van De Paltz te benadrukken. Van Joyce Overheul (1989, die normaal juist feministische, politieke kunst maakt) is er het Paltz Bureau of Investigation, een installatie met zes beeldschermen waarop je als een nachtwaker beelden van de dieren die ’s nachts het landgoed domineren, inspecteert. Een vos, een das, een haas, en… staat daar iemand in het holst van de nacht te wildplassen?

Kunstenaar Elise ’t Hart (1991, bekend geworden met het Instituut voor Huisgeluiden, een almaar groeiend register van huis-tuin-en-keukengeluiden) maakte een collectie en een symfonie van brekende twijgjes. Ze fotografeerde honderd takjes uit het bos, en nam het geluid op terwijl ze ze één voor één liet breken. Je kunt ernaar luisteren terwijl je over een pad loopt. De lijst met begeleidende ‘kijkvragen’ die bezoekers krijgen uitgereikt (sowieso een verrijking, goede vragen helpen beter te kijken), nodigt uit om zelf ook een twijgje op te rapen en te breken. Mijne was meer ‘tssjik’ dan ‘tssjak’. Daar met volle aandacht naar luisteren – dan komen schoonheid en een klein beetje destructie (je breekt toch iets moois in tweeën) samen, in het allerkleinste gebaar.