NAAR BOVEN

Interview with Brabant Cultureel: “Atelierbezoek: textiele kunst van Joyce Overheul heeft een politieke lading”

>>> Link <<<

 

Thank you Irma van Bommel and Joep Eijkens for visiting my studio!

 

Atelierbezoek: textiele kunst van Joyce Overheul heeft een politieke lading

Het werk van Joyce Overheul oogt onschuldig, maar heeft een politieke lading. De expositie ‘Let’s Get Political’, eerder dit jaar te zien in Museum De Fundatie in Zwolle, maakte veel indruk. Binnenkort opent een groepsexpositie in Utrecht waaraan zij deelneemt en waarvan ze ook curator is. Reden om de kunstenaar op te zoeken in haar atelier in Utrecht.

door Irma van Bommel  Foto’s > Joep Eijkens

Beeldend kunstenaar Joyce Overheul (’s-Hertogenbosch 1989) heeft haar atelier in Utrecht, de stad waar zij studeerde aan de HKU en waar ze in 2012 haar master in Artistic Research behaalde. De werkruimte is onderdeel van een ateliercomplex aan de Vlampijpstraat langs de spoorlijn en heeft een hoge glazen gevel aan de noordkant. Daglicht dat vanuit het noorden binnenvalt is ideaal om in te werken. Vroeger werkten hier de technisch tekenaars van de NS, weet Overheul, juist vanwege dit daglicht. Binnenkort wordt het pand gerenoveerd en verbouwd en zal ze er tijdelijk uit moeten.

Joyce Overheul

“Ik maak politiek werk”, vertelt Overheul. Zij verdiept zich in zowel hedendaagse als historische onderwerpen. “Veel werk is gebaseerd op fotografie. Pas vijf jaar ben ik met textiel bezig, daarvoor incidenteel. Eerder maakte ik conceptuele kunst en digitaal werk. Ik ben een echte maker.” Toch zat haar belangstelling voor textiel er al vroeg in. Van haar oma’s leerde ze breien, kleertjes maken voor de kat en voor de barbies.

Anoniem

Tijdens een artist-in-residence in Iran (in 2019) maakte ze veel foto’s van personen. “Daar kun je niets mee. Mensen kunnen niet herkenbaar in beeld komen. Het is gevaarlijk als zij door de overheid herkend kunnen worden bij protestbijeenkomsten.” Tijdens de werkperiode in Iran kwam ze op het idee om te gaan handwerken en de verhalen in textiel te vertellen. Iran heeft immers, met de Perzische tapijten, een lange textieltraditie. En er wordt nog steeds veel aan handwerk gedaan. Foto’s maakte ze na in fluweel. Mensen werden daardoor onherkenbaar en konden anoniem blijven.

“Handwerken, zoals breien en wandkleden maken, gebeurde van oudsher vaak in groepsverband. Zo werd het nuttige met het aangename verenigd. Het zijn langzame technieken die uren werk betekenen. Tegenwoordig kun je ondertussen films kijken op Netflix.” Omdat het werk zo arbeidsintensief is, krijgt ze hulp van stagiaires waarmee ze via de HKU in contact komt. Maar vooralsnog doet ze het meeste werk zelf.

Stagiaire Yuma komt uit Frankrijk en volgt een opleiding in textiel. Op de voorgrond een machine voor leerbewerking.

“Ik behandel onderwerpen die mij aangaan.” Overheul groeide op in een streng christelijke omgeving, hoewel het er bij haar thuis niet streng aan toe ging. “De lokale cultuur was dat niet iedereen hetzelfde werd behandeld.” Dat was voor haar de inspiratie om onderwerpen als gelijkheid, feminisme en vrouwenrechten op te pakken. Maar dan wel verteld via diverse vormen van handwerken, die van oudsher als ‘vrouwenhobby’s’ worden gezien.

Kitsch

“Humor is belangrijk in mijn werk. En (zelf)spot, om zaken bespreekbaar te maken.” Ze werkt aan een serie kleine, met kralen geweven tapijtjes met typerende opmerkingen uit de hedendaagse samenleving, zoals:

Je bent best technisch voor een vrouw
Het was maar een grapje
Niet zo boos kijken
Vroeger kon dat gewoon
Je kunt ook niets meer zeggen tegenwoordig
Stel je niet zo aan
Zo is hij nu eenmaal

Daarbij kiest ze bewust voor kitscherige achtergronden, die verwijzen naar de kitscherige tegeltjeswijsheid. ‘Vroeger kon dat gewoon’ heeft te maken met de commotie rondom het verhaal van het plaatsen van een kaars tussen de benen van een dronken, bewusteloze vrouw, een uitspaak van Johan Derksen in de uitzending van Vandaag Inside in april 2022. “Vroeger kon dat ook niet”, verduidelijkt Overheul, “maar kwam je ermee weg. We kunnen ervoor kiezen dit niet meer te doen. Veel mensen zijn het hiermee eens. Toch vallen ze even later terug in oude gewoonten en wordt vergoelijkend gezegd: Zo is hij nu eenmaal.”

Voor de zeer herkenbare uitspraken is bewust gekozen voor een kitscherige achtergrond, om te verwijzen naar tegeltjes wijsheid. 

Op de tafel bij het raam staan een aantal gehaakte flessen. Foto’s van Oekraïense jonge kinderen die meehelpen met het vullen van flessen om molotovcocktails te maken inspireerden Overheul tot de serie Molotov Knuffels (2022). Vandaar de zachte tinten van het haakwerk. Aan het plafond hangt een zeemijn aan een ketting. Het is gemaakt van organza tijdens een residentie in 2017 in Kunsthal45 in Den Helder. Zeemijnen uit de Tweede Wereldoorlog liggen nog steeds in zee en spoelen regelmatig aan op het strand. Deze heeft een doorsnee van negentig centimeter. Bij daglicht lijkt het een zeepbel die ieder moment uit elkaar kan spatten. De werken zijn onderdeel van de serie wapens van textiel.

Op de tafel de ‘Molotov knuffels’. In de spiegel is de stagiaire te zien.
Aan het plafond hangt een werk van organza geïnspireerd op zeemijnen. 

Paradijs

Overheul werkt nu aan een serie geïnspireerd op het verhaal van Adam en Eva in het paradijs. Met de appel en de slang die ervoor zorgden dat Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven. “Eva wordt in de bijbel afgebeeld als listig, niet te vertrouwen. Dit negatieve beeld is doorgesijpeld tot in de huidige samenleving. ‘Victim blaming’, zeggen we tegenwoordig. Het slachtoffer de schuld geven met opmerkingen als ‘Je zal er wel zelf om gevraagd hebben’, ‘Was je rokje niet te kort?’, ‘Je zult het wel uitgelokt hebben’, ‘Je hebt het aan jezelf te danken’. Alsof iemand het recht heeft aan een ander mens te komen… Over Anne Faber werd bijvoorbeeld online geschreven dat ze maar niet had moeten gaan fietsen, in haar eentje, in het bos.”

Volgens groeperingen binnen de islam en ook binnen het orthodoxe christendom moeten vrouwen het lichaam bedekken. “Onlangs in Qatar (tijdens het WK voetbal) maakte de Qatarese ambassadeur van het WK een vergelijking tussen gesluierde vrouwen en snoepjes in verpakking…”

Aan de wand rechts hangt een kleed met Adam en Eva, voorgesteld als piëta.

Op een wandkleed verbeeldde zij Adam en Eva als Piëta – als Maria die treurt over de dood van haar zoon Jezus – met de slang. De Piëta die nu te zien is in Museum More in Gorssel is een ander werk uit deze serie, groter en zonder slang. Op de achtergrond zijn elementen uit de Tuin der Lusten van Jeroen Bosch toegevoegd. De wandkleden zijn gemaakt van organza, fluweel en zijde.

Noord-Korea

Op de wand naast Adam en Eva hangt een groot wandkleed met een vuist gericht op de vlag van de Verenigde Staten. Dit werk uit 2018 maakte ze naar aanleiding van een werkperiode in Noord-Korea in 2014. Overheul had daar een film gemaakt van wat je wél mocht zien. Met als doel om mensen zich te laten realiseren wat er aan het land ontbreekt. Zoals een grote bibliotheek, maar zonder boeken. Een twaalfbaans weg zonder auto’s.

Joyce Overheul in haar atelier, met rechts op de achtergrond het wandkleed geïnspireerd op Noord-Korea. Het kleed is gemaakt van organza. Hoe meer laagjes organza, hoe donkerder de voorstelling. 

Overheul vertelt dat de voor spionage veroordeelde Amerikaanse student Otto Warmbier anderhalf jaar later in hetzelfde hotel logeerde als zij. De vijfde etage was afgesloten en niet bereikbaar. Warmbier was daar toch naar binnen geslopen en had een poster met de naam van Kim erop meegenomen. Vervolgens werd hij beschuldigd van spionage en tot vijftien jaar strafkamp veroordeeld. Overheul was verbaasd over de hoge straf, maar ook over het feit dat de student, ondanks alle waarschuwingen, dit durfde te doen. In het hotel waren kaarten te koop met opschriften als ‘We bevechten de taaien door nog taaier te zijn‘. Voor een expositie in Gent over burgerlijke ongehoorzaamheid maakte ze zo’n kaart met dit opschrift na in organza, denkend aan de actie van Warmbier die fout afliep.

Humor

Het borduurwerk Het ergste moet nog komen is een work in progress over extreemrechts in Nederland. “Eerst hadden we Janmaat, toen Pim Fortuyn, nu Wilders en Baudet van Forum voor Democratie.” Het werk is voor een groepsexpositie bij Galerie Larik in Utrecht. Die expositie is door Overheul zelf samengesteld met als leidraad ‘politieke kunst met humor’. De letters van Het ergste moet nog komen zijn geweven op een klein weefgetouw. De keuze voor het gotische lettertype Fraktur dat de nazi’s vanaf de jaren dertig gebruikten, is niet toevallig.

Voor de geweven letters koos Overheul het lettertype (Fraktur) en daarmee verwijst ze naar het nazisme van Hitler. 

In het atelier staat een oude machine voor leerbewerking. Die komt uit de familie en is ook geschikt om dikke stoffen mee te stikken. Er staat ook een naaimachine uit 1873. En dat jaar roept bij Overheul direct associaties op met het slavernijverleden. In 1863 werd door Nederland de slavernij officieel afgeschaft, maar pas tien jaar later kwamen de tot slaaf gemaakten pas echt vrij. Volgend jaar is dat precies honderdvijftig jaar geleden. Het Kinderwetje van Van Houten, dat arbeid door kinderen jonger dan twaalf jaar verbood, werd in 1874 van kracht. Stemrecht voor vrouwen kwam er pas in 1919, somt Overheul op. Dit resulteert ongetwijfeld in een interessant kunstwerk.

De kunstenaar achter de naaimachine uit 1873.

Werk van Joyce Overheul is te zien in:
Expositie ‘MORE & meer’, tot en met 5 maart 2023 in Museum MORE in Gorssel.

Kalashnikov van textiel, geweld versus zacht materiaal.